Track Record
Onderstaand geven wij een overzicht van een aantal procedures waarbij wij betrokken waren als advocaat van één van de procespartijen. De meeste van deze uitspraken zijn gepubliceerd in het uitsprakenregister op de website van de rechterlijke macht en zijn via de links onder de ECLI nummers te downloaden.
Financiële Markten/enquêterecht: VEB vs. Fortis
Wij (mr. Cornegoor en mr. Hoff) hebben opgetreden voor de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) tegen Ageas (voorheen: Fortis), tegen banken die de emissie van Fortis in oktober 2007 hebben begeleid en tegen voormalige bestuurders en beleidsbepalers van Fortis. Namens de VEB hebben wij terstond na de nationalisatie van Fortis een enquêteverzoek ingediend. De Ondernemingskamer heeft op 24 november 2008 (ECLI:NL:GHAMS:2008:BG5150); JOR 2009/9) een onderzoek gelast naar het beleid en de gang van zaken met betrekking tot de financiering van de deelname van Fortis in de overname door het consortium van ABN Amro, het beleid en de gang van zaken wat betreft de verschillende door Fortis gegeven publieke verklaringen en het beleid en de gang van zaken met betrekking tot de nationalisatie van Fortis begin oktober 2008.
Vermogende particulieren: Mevrouw [X] vs. haar broer (rechtbank Midden-Nederland 20 september 2017 (ECLI:NL:RBMNE:2017:6745) en gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 31 december 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:11270))
Wij (mr. Hoff) hebben mevrouw [X] bijgestaan in het geschil met haar broer. De broer deed in elk geval al sinds 2000 – buiten mevrouw [X] om – zaken met en verstrekte leningen aan de toenmalige echtgenoot van mevrouw [X]. In 2002 heeft mevrouw [X] haar broer een geldlening van € 400.000 verstrekt (de ‘Geldlening’). In 2011 zat zowel de toenmalige echtgenoot als inmiddels ook mevrouw [X] in grote (onder meer financiële) problemen. Zie ook de procedures van mevrouw [X] tegen de familie [Y] elders in deze Track Record. De toenmalige echtgenoot had dringend € 300.000 nodig om een Duitse juridische procedure (de zogenaamde ‘Gegenklage’) te kunnen bekostigen die hem van de financiële ondergang zou moeten redden. De broer heeft dat bedrag aan de toenmalige echtgenoot geleend, maar daarbij misbruik gemaakt van omstandigheden. Hij heeft namelijk niet alleen geëist dat mevrouw [X] garant zou staan voor de terugbetaling van die lening, met als zekerheid haar aandeel in de erfenis van hun ouders. Hij heeft daarenboven gebruik gemaakt van de gelegenheid en geëist dat enkele oninbare vorderingen die hij nog stelde te hebben op de toenmalige echtgenoot en diens zakenpartners (waarvoor de toenmalige echtgenoot borg zou staan) werden verrekend met de vordering van mevrouw [X] op haar broer tot terugbetaling van de Geldlening. De broer bedong dus dat hij de Geldlening (met rente) niet hoefde terug te betalen. Kort na het faillissement van de toenmalige echtgenoot later in 2011 is bovendien vastgelegd dat een geldbedrag en erfstukken uit de erfenis van hun ouders, die aan mevrouw [X] toekwamen, op grond van de gestelde garantie naar de broer zijn gegaan. Mevrouw [X] meende – en de rechtbank heeft dat gevolgd – dat haar broer onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door op deze wijze misbruik te maken van de omstandigheden waarin zij verkeerde. De broer had de aanvullende eisen niet mogen stellen en had € 300.000 van de Geldlening moeten aflossen zodat mevrouw [X] de Gegenklage daarmee zelf kon financieren. De rechtbank heeft de broer veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en afgifte van de erfstukken. Het gerechtshof heeft het vonnis in hoger beroep bekrachtigd.
Vermogende particulieren: Mevrouw [X] vs. familie [Y] (rechtbank Oost-Brabant 11 februari 2015 (ECLI:NL:RBOBR:2015:715) en gerechtshof Amsterdam 25 november 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:4859))
Wij (mr. Hoff) hebben mevrouw [X] bijgestaan in haar geschil met de familie [Y]. In 2008 heeft mevrouw [X] onder grote druk van haar toenmalige echtgenoot een handgeschreven, éénregelige overeenkomst getekend op grond waarvan zij op termijn € 10 miljoen aan broers en zus [Y] moest betalen voor een pakket aandelen. In de periode van 2008 tot en met 2012 heeft zij vervolgens eveneens onder druk diverse overeenkomsten getekend, betalingen gedaan en zekerheden verstrekt die daarop voortbouwden. Zij werd financieel volledig geruïneerd door de familie [Y].
Beroepsaansprakelijkheid: Notaris [X] vs. Rabo Vastgoedgroep en Cable Plus vs. Advocatenkantoor [Y] (rechtbank Noord-Holland 11 november 2015 (ECLI:NL:RBNHO:2015:9757) en rechtbank Rotterdam 24 juni 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:5029))
Hoff Advocaten (mr. Cornegoor verdedigde met succes een notaris tegen een vordering van in hoofdsom € 19 miljoen van Rabo Vastgoedgroep. De rechtbank volgde ons verweer dat er geen causaal verband aanwijsbaar was tussen de verwijten aan het adres van de notaris en schade die eiser geleden zou hebben. In dezelfde periode resulteerde een procedure die meer dan een decennium vergde in een toewijzing van een significante vordering aan onze cliënt op grond van een beroepsfout van een bekend advocatenkantoor.
Onrechtmatige publicatie: CoolCat vs. Algemeen Dagblad (Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 11 februari 2014 (ECLI:NL:RBAMS:2014:526))
Op 25 november 2013 heeft het AD – naar aanleiding van een interview met minister Ploumen – op de voorpagina en op de website een artikel gepubliceerd met de kop “Modewinkels op zwarte lijst” (krant) en “Ploumen zet Coolcat, Wibra en Prénatal op zwarte lijst” (website). In het artikel wordt de suggestie gewekt dat CoolCat haar kleding laat produceren door bedrijven waar sprake is van kinderarbeid, het personeel wordt uitgebuit en de arbeidsomstandigheden verre van veilig zijn.
Kartelschade (rechtbank Midden-Nederland 27 november 2013 (ECLI:NL:RBMNE:2013:5978))
Mr. Cornegoor treedt thans op in diverse aanhangige procedures die verhaal van kartelschade ten doel hebben, waaronder schade als gevolg van het door de Europese Commissie bestrafte kartel terzake van liften en roltrappen. Het beroep van gedaagde partijen op onbevoegdheid van de Nederlandse rechter werd afgewezen bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 27 november 2013. Dit betreft een van de eerste kartelschade zaken die aan de Nederlandse rechter wordt voorgelegd.
Soevereine procespartijen (rechtbank Den Haag 2 mei 2012 (ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5493) en gerechtshof Den Haag 18 juni 2013 (ECLI:NL:GHDHA:2013:1940))
Mr. Cornegoor trad op voor de gedaagde partijen in een zaak betreffende de vernietiging van arbitrale vonnissen gewezen tussen een Noord-Amerikaanse oliemaatschappij en een Zuid-Amerikaanse natie onder een bilateraal investeringsverdrag. De vordering is afgewezen bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 2 mei 2012 en het hoger beroep daartegen werd verworpen bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 18 juni 2013. Het cassatieberoep is inmiddels ook verworpen. Dit is één van de eerste zaken die voor de Nederlandse rechter is gekomen met betrekking tot de uitleg van bilaterale investeringsverdragen.
Overnamegeschillen: Amodo Europe vs. ING Bank (gerechtshof Amsterdam 6 november 2012 (ECLI:NL:GHAMS:2012:BY8291))
Eind 2005 heeft Amodo de vennootschap Arenda gekocht van ING Bank. Arenda specialiseerde zich in het verstrekken van consumptief krediet en was bij het publiek ook wel bekend van het merk Vola (‘Vola Vola Vola, voor geld’). Direct na de overname vielen de productie en resultaten van Arenda tegen en is gebleken dat ING Bank essentiële informatie over de (slechte) financiële toestand van Arenda niet had gedeeld met Amodo voorafgaand aan de overname (due diligence-onderzoek). Namens Amodo hebben wij (mr. Hoff) ING Bank vervolgens aangesproken op grond van bedrog en wanprestatie.
Financiële geschillen: Bruscom vs. FC Den Bosch (gerechtshof Amsterdam 24 januari 2012 (ECLI:NL:GHAMS:2012:BV1361))
Bruscom had zich in het seizoen 1999/2000 tegenover FC Den Bosch, dat destijds in financieel zwaar weer verkeerde, verplicht het exploitatietekort over het seizoen 1999/2000 aan te vullen. Om de liquiditeitspositie te verbeteren, had Bruscom aanzienlijke bedragen ter leen verstrekt aan FC Den Bosch. Deze leningen zijn niet afgelost door FC Den Bosch. In november 2000 is FC Den Bosch eerst in surseance van betaling geraakt en na een crediteurenakkoord heeft zij haar activiteiten als betaald voetbal organisatie weer kunnen hervatten.
Financiële geschillen/uitleg professioneel contract: Homburg vs. Derksen (Hoge Raad 29 juni 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA4909) en gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 22 februari 2011 (ECLI:NL:GHSHE:2011:BP5651))
Gedurende ruim 10 jaar hebben wij (mr. Hoff) voor Homburg gestreden over de uitleg van slechts één bepaling uit een zogeheten vaststellingsovereenkomst. De Hoge Raad heeft onze stelling aanvaard dat als het gaat om een beding in een vaststellingsovereenkomst die is aangegaan tussen twee gelijkwaardige professionele partijen en die betrekking heeft op een zuiver commerciële transactie, terwijl bovendien vaststaat dat die partijen voor, bij en na het aangaan van de vaststellingsovereenkomst zijn bijgestaan door deskundige raadslieden in beginsel uitgegaan moet worden van een taalkundige uitleg van die vaststellingsovereenkomst.
Enquêterecht: Veerkamp c.s. vs. Amtrada Holding (Ondernemingskamer 14 februari 2011 (ECLI:NL:GHAMS:2011:BP5179))
Een groep minderheidaandeelhouders (vertegenwoordigend ca. 15% van het aandelenkapitaal) werd aanzienlijk verwaterd (tot ca. 3%) als gevolg van een reddingsoperatie waarbij de meerderheidsaandeelhouder van Amtrada bij gelegenheid van een aandelenemissie tegen storting van slechts de nominale waarde zijn meerderheidspositie verder wist te versterken. Namens de groep minderheidsaandeelhouders hebben wij (mr. Hoff) een enquêteverzoek ingediend. De Ondernemingskamer wees het enquêteverzoek toe, waarbij onze argumentatie werd aanvaard dat gerede twijfels bestonden of tegenover de aandelenemissie wel een zakelijke en reële tegenprestatie bedongen was.
Financiële Markten: Belegger [X] vs. Van Lanschot Bankiers (Hoge Raad 11 juni 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BL8297))
Ten behoeve van F. van Lanschot Bankiers hebben wij (mr. Hoff) met succes het vernieuwende verweer gevoerd dat een belegger over een beweerdelijk niet aan de adviesovereenkomst beantwoordende prestatie met bekwame spoed moet klagen op straffe van rechtsverlies (art. 6:89 BW). De Hoge Raad heeft dit verweer in gevallen van beleggingsadviesrelaties als zodanig aanvaard.
Financiële Geschillen: Provast vs. Rodamco (Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 24 april 2009 (ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ8745))
Provast is de ontwikkelaar van het vernieuwende project De Markthal in Rotterdam. In 2006 heeft zij met Rodamco een overeenkomst op hoofdlijnen gesloten waarbij Rodamco het commerciële gedeelte van de markthal, zoals de marktkramen en de horeca, heeft gekocht. De afspraken daarover moesten nog in een nadere overeenkomst worden uitgewerkt.
Financiële Markten: Dexia vs. afnemers
Mr. Cornegoor verdedigde en verdedigt de belangen van Dexia, een van de grootste aanbieders van effectenlease-producten, tegen claims van afnemers van dergelijke producten op grond van schending van de bancaire zorgplicht en op andere gronden. Mr. Cornegoor trad namens Dexia op in de procedures die hebben geresulteerd in de richtinggevende arresten van het gerechtshof Amsterdam van 1 december 2009 (ECLI:NL:GHAMS:2009:BK4978, 4981, 4982 en 4983; JOR 2010/66; cassatieberoep verworpen bij arresten van de Hoge Raad van 29 april 2011; JOR 2011/190).
Financiële Markten: Belegger [Y] vs. Fortis
Mr. Cornegoor vertegenwoordigde een vermogende particulier in een vordering op zijn bank op de grond dat deze hem niet voldoende had gewaarschuwd voor de risico’s verbonden aan de concentratie van zijn portefeuille in een enkel fonds. Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 4 november 2008 (ECLI:NL:GHAMS:2008:BG4370, JOR 2009/15) is de vordering voor een belangrijk deel toegewezen, waarbij het gerechtshof de leer van de proportionele causaliteit toepaste. (Arrest door de Hoge Raad vernietigd op 24 december 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BO1799; NJ 2011/251) en na terugverwijzing geschikt.)
Financiële Markten: Van Boom & Slettenhaar vs. mr. Bartels (Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 20 februari 2008 (ECLI:NL:RBUTR:2008:BC4616))
De (inmiddels gewezen) advocaat mr. Bartels had een vastgoedbeleggingsinstelling nogal onbezonnen op een “concept lijst van potentieel malafide (vastgoed) beleggingsfondsen” geplaatst, omdat deze instelling niet bereid was zich te onderwerpen aan toetsing door een door mr. Bartels zelf opgerichte belangenvereniging voor beleggers die in collectieve vastgoedconstructies participeren. Wij (mr. Hoff) hebben die onmiskenbaar onrechtmatige plaatsing door mr. Bartels middels een kort geding ongedaan weten te maken. Volgens de Voorzieningenrechter was de plaatsing op de lijst onjuist en onnodig grievend.
Diversen: Pesoficatie
Mr. Cornegoor trad op voor een Nederlandse multinational in een geschil met een Chileense multinational omtrent de gevolgen van de Argentijnse valutahervorming van 2001 (de zgn. pesoficatie) dat zowel voor de rechter te Curaçao als de rechter te Nederland werd gebracht. In beide jurisdicties zijn de vorderingen steeds afgewezen (O.m. rechtbank Haarlem 30 mei 2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA7341; NJF 2007/356; overige uitspraken niet gepubliceerd).
Diversen: Johan Cruijff vs. Colmar Group Spain (Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 7 september 2006 (ECLI:NL:RBAMS:2006:AY7784))
De naam en het portret van Johan Cruijff werden nog steeds gebruikt voor het sportpark Mosa Trajectum in Spanje, terwijl zijn contractuele betrokkenheid daarbij inmiddels was beëindigd. Wij (mr. Hoff) hebben daarom als advocaat van deze voetballegende met succes een verbod gevorderd om de naam en het portret niet langer in verband te brengen met het project. Van dat project was bovendien tot dat moment nog niets gerealiseerd.
Soevereine procespartijen: Republiek Polen vs. Achmea
Mr. Cornegoor verdedigde de Republiek Polen tegen claims van aandeelhouders van Achmea in verband met de mislukte overname van de Poolse verzekeraar PZU. Op vordering van de verdediging heeft de rechtbank Utrecht zich onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen. Te Curaçao trad mr. Cornegoor reeds eerder op voor soevereine cliënten in civiele geschillen, namelijk voor de Verenigde Staten van Amerika (zie: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba 2 mei 2000 (NJ 2001/24)) en de Republiek Venezuela.
Antillen: Mullet Bay
Mr. Cornegoor trad op namens ruim 500 eigenaren van appartementen in het Mullet Bay Resort te St. Maarten die ernstige orkaanschade hadden geleden in een geschil met de ontwikkelaar van het resort terzake van de verdeling van de schadepenningen. Na een gunstig tussenvonnis van het Gerecht te St. Maarten is de zaak op voor cliënten gunstige voorwaarden geschikt.
Schikkingen
Een belangrijk deel van onze zaken eindigt met een schikking. Die schikkingen hadden veelal niet getroffen kunnen worden zonder (de dreiging van) een procedure. Veelal worden schikkingen getroffen met een geheimhoudingsbepaling, die wij vanzelfsprekend zullen respecteren. In de media is de nodige aandacht besteed aan de volgende schikkingen waarbij wij als advocaat van de eerstgenoemde partijen betrokken waren:
- grootaandeelhouders van het gefailleerde Van der Hoop Bankiers N.V. versus bestuur, commissarissen en accountant;
- management van Petroplus N.V. versus Louis Reijtenbagh;
- ondernemer en oud-voorzitter Hans Brus versus FC Den Bosch;
- projectontwikkelaar Provast versus diverse beleggers in de Markthal Rotterdam.